Robert Van Dromme/Zhané Warren- Yin/Yang Experience - from here to there - Contemporary Wei Gallery - Antwerp

Galeriste Zou Wei ziet deze tentoonstelling als Yin/Yang, verwijzend naar de thema's van de twee kunstenaars die volgens haar refereren aan dood (Zhané Warren) en leven (Robert Van Dromme).

Toch heeft het werk van de twee kunstenaars ook een gemeenschappelijke grond, met name de factor tijd. Zowel de performance van Warren als de schilderijen van Van Dromme zijn of presenteren passagemomenten. Een performance is een actie (in de tijd). Van Dromme vertrekt voor zijn schilderijen van beelden uit de sportwereld, maar alle taferelen zijn statisch. Nergens is er beweging, het zijn momenten die nooit meer terugkeren.

Ook de inspiratiebron bij beiden is nogal gelijklopend : het werk gaat terug op intieme ervaringen thuis of in familie. Robert Van Dromme die als kleine jongen ging vissen aan grootvaders vijver tijdens de zomervakantie, portatiefje op "radio Tour", en bij de buren naar de (zwart-wit) finale gaan kijken, met limonade. Bij de beeldende vertaling van het algemene begrip race, vallen sommige associaties weg, en komen andere in de plaats : vakantie, spanning, ordening, aankomst, ... Het werk van Zhané gaat eveneens terug op zeer persoonlijke en beklijvende ervaringen : het overlijden van haar vader, een gesprek vlak voor diens dood, een scheiding, een droom, moeder, verbeelding, ...

Hoewel er een twintigtal prints en twee videoprojecties te zien zijn op de tentoonstelling, (Warren heeft een opleiding grafische vormgeving, oa via workshops), lijkt de performance centraal te staan. Wat is de performance hier ? Het is een ritueel om de passage, de overgang, te herdenken en ook vast te houden via de dragers die overblijven (prints en video die van de performance getuigen). Zowel bij de prints als de video is de cadrage beperkt tot het essentiële van de handeling : handen die in de tuin werken (waarbij de tuin het onveranderlijk element is), het behandelen van groenten, het levendig houden (zoals in een eucharistieviering : het onbloedige herhalen van een bloedig offer). Bij de performance Eat my heart out, wordt tekst op papier eerst gelezen, en daarna opgegeten. Tijdens de actie blijft het gezicht emotieloos, bijna zoals Willem Elsschot schrijft : zakelijk, werktuigelijk, omdat het gedaan moet worden. Op zich is het ritueel leeg, triviaal. Het krijgt pas zin door het uit te voeren.

Ook Robert Van Dromme's werk zit vervat in de thematiek van de vergankelijkheid. De inspiratiebron is de sport (wielrennen), maar hij kiest voor het onbeweeglijke, voor het portret. De personages lijken figuren uit een ridderepos. Het moment dat wordt afgebeeld is er dikwijls een toppunt van roem : op zich zijn deze ogenblikken onherhaalbaar, ze blijven alleen nog benaderbaar door ze uit te vergroten. Hier wordt de blow up gebruikt als strategie om het unieke te grijpen.

Natuurlijk zijn er bij deze schilderijen associaties : er is een zegepalm die tegelijk vergankelijkheid uitdrukt. Er zijn verwijzingen naar plaatsen, die door de sportmanifestatie, door de wedstrijd, éénmaal per jaar legendarisch worden. Voor de rest van de tijd heerst er brute stilte, onooglijkheid, nietigheid. We denken aan woorden als Midi Libre, Giro, souplesse, peleton, zweet, ... maar in deze beelden is de code veranderd. Er is een nummer (misschien een ranglijst, welke ?), een verwijzing naar nationaliteit (een vlag), en vooral : er zijn woorden (icoon, context, variant, document, beeld) die niet verwijzen naar wat wordt afgebeeld, maar enkel naar de formele aspecten van de schilderijen. Het lijken wel postzegels, bidprentjes of pasfoto's. Ze verschijnen als readymades, als prefabbeelden die lichtjes zijn aangepast. En ze worden vooral uitvergroot, en losgeweekt uit een verzameling. Er is ook nog de onverbloemdheid van het origineel : wielrenners hadden vroeger flaporen, schele ogen, zelfs een scheve muil, te veel tandvlees. Ook belangrijk is het zwarte randje : dit scheidt hen af van de rest van de wereld, van ons, want in dit ridderepos zijn zij generaal of kannibaal. Buiten dit kader staat de knecht, de loser, de waterdrager, of wij.

In een kleiner werk zien we helmen als van een privé-militie. Het lijkt alsof het peleton in de massa een fascistische dwang uitstraalt. Ook in de grote werken wordt door de bewuste keuze voor een specifieke verfhuid het medium schilderen bevraagd. Het is slechts verf, maar toch werkt het portret niet zo : het is dwingend en onontkoombaar. Vandaar de vraag naar de betekenis van het beeld en het schilderen vandaag. Sommige portretten zijn voorzien van filters : rasters die het beeld wegfragmenteren naargelang de plaats die men inneemt voor het schilderij. De plaats die men inneemt determineert heel sterk de waarneming, zowel ruimtelijk als sociaal (Van Dromme is naast meester in de schilderkunst ook politicoloog van opleiding). Maar ook kleurfilters : rood, groen, blauw (RGB), zoals de lichtmenging op het computerscherm, het digitale beeld. Misschien kan door de beeldreproductie en beeldmanipulatie dan toch iedereen beroemd worden.

#01tekst.jpg

©  Copyright Robert Van Dromme